Functionele Veiligheid
Veilig maken van machines gebeurt volgens de machinerichtlijn in Nederland en Europa. Daarvoor zijn geharmoniseerde normen beschikbaar binnen Europa. Het veilig maken van een machine kan pas gebeuren als de risico’s geïnventariseerd zijn.
De A-norm NEN-EN-ISO 12100 2010 is de daarvoor te gebruiken norm.
Nadat de risico’s geïnventariseerd zijn kan begonnen worden met risicoreductie.
Het doel van risicoreductie kan worden bereikt door het wegnemen van gevaren of, afzonderlijk of gelijktijdig het reduceren van elk van de twee factoren die het samenhangende risico bepalen:
• Ernst van de schade die kan voortkomen uit het beschouwde gevaar;
• Waarschijnlijkheid van optreden van die schade.
Alle beschermende maatregelen die zijn bedoeld om dit doel te bereiken moeten in de volgende rangorde worden toegepast, onder verwijzing naar de driestappenmethode :
Stap 1: Inherent veilige ontwerpmaatregelen
Stap 2: Beveiliging en/of aanvullende beschermende maatregelen
Stap 3: Informatie voor het gebruik.
Functionele veiligheid is stap 2 van de norm. Met behulp van veiligheidsfuncties kan de werking van een machine functioneel veilig gemaakt worden.
Hiervoor kan een machine voldoen aan of de SIL of de PL norm, beide zijn geaccepteerd.
Voor de Functionele veiligheid van een machine focust Consafia zich op :
• Functioneel Veiligheids Plan
• Bepalen van de veiligheidsfuncties (VHF)
• Bepalen van het SIL/PL-level (bereikte level op basis van de gekozen VHF)
• Opstellen van de Safety Requirement Specificatie, Safety Sofware Design Specificatie, Safety Hardware Design Specificatie en de overige documenten die nodig zijn om het Technisch Dossier compleet te maken.
• Ontwerpen van de veiligheidsfuncties
• Implementeren en realiseren van veiligheidsfuncties in een Fail-Safe PLC.
• Testen van veiligheidsfuncties
• Verificeren en valideren
• Realisatie Technisch Dossier.